4 januari 2011
Op de deurmat ligt een kaartje, een kaartje voor mij, zoveel is duidelijk.
Waarom zou iemand Huisgenoot immers een kaartje met vlinders erop sturen?
Bovendien Huisgenoot is bijna geen Huisgenoot meer, nog even en dan word
Huisgenoot weer gewoon Marinus en Neelis word Huisgenoot, of Huisgenoot twee
liever gezegd. Langzaam aan komen er steeds meer spullen van Neelis en gaan er
steeds meer spullen van Marinus, het zou dus niet logisch zijn als mensen nog
kaartjes met vlinders erop voor hem naar dit adres sturen. Vlinders op kaartjes
wijzen op privé post. Op met de handgeschreven boodschappen, op mensen die mij
kennen, die moeite voor mij gedaan hebben, die zich in mij verdiept hebben. Een
vlinder is voor mij een zeer sterk symbool. IHet staat voor transformatie, voor
verandering, processen die ik belangrijk vind, waar ik me graag mee bezig
hou.
Ik probeer te raden van wie de kaart is, misschien van die ene oud collega,
die ik overigens nog steeds een kaartje terug moet sturen, even voel ik me
schuldig. Of van mama anders, het is een mooie kaart, mama zou zoiets uit kunnen
kiezen. Maar het handschrift is niet van de oud collega en ook niet van mama.
Het duurt even voordat ik het kan plaatsen. Dan vallen puzzelstukjes op zijn
plaats en ontstaat er alleen nog maar meer verwarring.
Het is een kaart vol dank je wels. Dank je wel voor een leuke tijd, dank je
wel voor lieve woorden, dank je wel voor je kaarten, dank je wel voor je
brieven, dank je wel voor je kusjes, dank je wel voor je knuffels. Heel lief en
het ontroerd me, maar een jaar te laat. Vorig jaar hoopte ik op waardering voor
mijn kaarten en mijn brieven. Vorig jaar dacht ik, vind ooit nog maar eens een
meisjes dat zo leuk is als ik, een meisje dat je iedere dag kaartjes en briefjes
stuurt of kleine attenties geeft bij wijze van advent kalender. Vorig jaar
fantaseerde ik hoe die briefjes en kaartjes met een lintje eromheen bewaard
zouden blijven, hoe hij ze later nog eens door zou lezen, met een glimlach op
zijn gezicht, denkend aan mij, dat kleine gekke meisjes dat zijn leven zo
vrolijk in gevlinderd was. Maar vorig jaar kwam er niets. Geen dank je wel, geen
wat fijn, geen wat lief, geen dat heb je leuk verzonnen, helemaal niets. Het
maakte dat ik me klein en onzeker voelde. Werd ik nu wel of niet gewaardeerd?
Mocht ik bestaan? Werd het op prijs gesteld dat ik er was? Of was ik weer eens
te veel, te intens en te overweldigend?
En nu dus dat kaartje, zorgvuldig voor mij uitgezocht. Dat kaartje vol met
dank, dat kaartje vol met waardering om wie ik ben, om wie ik was, want ik ben
gegroeid, veranderd, getransformeerd! Ik doe mijn best niet achter alles een
dubbele betekenis te zoeken, om niet te lezen ik mis jou even veel als jij mij
hebt gemist. Om niet te lezen, bij jou weg gaan was een fout die ik niet had
moeten maken, maar ik was bang. Ik doe mijn best om alleen maar te lezen dank je
wel dat je in mijn leven was, maar vlindertjes die moet je niet bewaren in een
potje, dan krijgen ze geen lucht en gaan ze dood. Vlinders die moeten vrij rond
vliegen zodat zoveel mogelijk mensen hun schoonheid kunnen zien. Vlinders hebben
ruimte nodig om te kunnen fladderen. Dus dag lief vlindermeisje, sla je vleugels
uit en wees vrij en als het je uit komt vlieg dan langs mijn raam, zodat ik naar
je kan zwaaien
Geen opmerkingen:
Een reactie posten