Februari 2011
Zaterdag stierf ik een Sjamanistische dood. Een heftig ritueel waarbij je
alles achter je moet laten om weer helemaal helder en schoon opnieuw te kunnen
beginnen. Zondagnacht stierf mijn oma. Alleen voor haar is er geen kans meer om
helder en schoon opnieuw te kunnen beginnen. In ieder geval niet in dit leven en
of ik geloof in levens na of voor dit leven weet ik niet zeker. Ik vind het een
prettige gedachten dat dingen beperkt eindig zijn. Dat er nieuwe kansen zijn.
Maar acht de kans ook groot dat dood gewoon dood is, dat er daarna alleen maar
een oneindig niets is. Uit niets ben je gekomen en tot niets zul je wederkeren.
Zoiets.
Ik had geen band met mijn Oma. 18 jaar geleden heb ik al afscheid van haar
genomen. Of eigenlijk nam zij afscheid van mij, ik was een meisje van 10 en had
daar zelf geen invloed op. Natuurlijk had ik in de jaren daarna contact kunnen
zoeken met haar. Er is ook wel een vluchtig contact geweest een keer in de 5
jaar of zo. Maar wij waren zo van elkaar vervreemd dat we beide niets meer in
elkaar vonden.
Ik ben daar boos over geweest. Waarom kunt u niet van me houden? Waarom
interesseert het u zo weinig wat er in mijn leven afspeelt. Weet u wat mij
bezighoud? Wat ik doe? Waarom ik doe wat ik doe? Dit zijn vragen die ik stelde
aan de wind, aan de bomen, aan zomaar een ster of aan mezelf. Antwoorden kwamen
nooit.
Vandaag was ik op haar crematie. Ik was niet van plan te gaan. Wat had ik
daar nog te zoeken? Het afscheid was al genomen. Maar mijn vader en zusjes
zouden gaan en zouden het opprijs stellen als ik mee zou gaan. Bovendien waren
er neven geweest die moeite hadden genomen mij te berichten over haar
overlijden. Misschien dat deze het op prijs zouden stellen als ik er zou zijn.
Dus ik ging.
Ik hoorde verhalen over een vrouw die warm en hartelijk geweest was. Verhalen
over een vrouw die ik niet herkende maar ik begreep dat de sprekers oprecht
waren, dat ze vanuit hun hart spraken. En langzaam viel de woede van mijn
schouders af. Ik kon oprecht blij zijn dat ze voor mijn neefjes wel een
liefdevolle rol had vervult. Dat er mensen zijn die haar zullen missen. Dat er
mensen zijn in wie ze wel geïnteresseerd was. En dat ze dat niet in mij was dat
heeft pijn gedaan maar is niet meer te veranderen.
Ze is dood, er kan niet meer helder en schoon opnieuw begonnen worden. Dat
geeft vooral een hoop rust. Ik hoef me niet meer af te vragen waarom dingen zijn
zoals ze zijn, ik hoef me niet meer af te vragen of ik haar al dan niet moet
opzoeken (een vraag die vanaf mijn 12e regelmatig in mijn gedachten en
gevoelswereld opspeelden) ik hoef me niet meer af te vragen of ze weet wat me
bezighoud. Ik kan het afsluiten, het achter me laten. En als ik nu vertel dat ik
geen opas en omas meer heb dan is dat niet alleen een knagend gevoel, dan is
dat ook stoffelijk zo.
Oma, ik heb u nauwelijks gekend, zoals u mij nauwelijks gekend heeft. Het
voelt zelfs vreemd om u Oma te noemen, omdat dit een geuzennaam is voor een oude
vrouw die een bepaalde rol vervult, een rol die u voor mij niet vervult heeft.
Het is te laat voor verwijten. Dag Oma, rust zacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten