14 april 2011
Nog voordat een van mijn beste vriendinnen vertelde eigenlijk geen vriendin te zijn.
In Apollo is een themacafé over Transgenders. Niet een onderwerp waar ik
direct iets mee heb, maar een van de spreeksters is een vriendin van een vriend
van mij. En vriendinnen van vrienden moeten gesteund worden zeker als ze over
zo’n moeilijk onderwerp gaan praten. Kennelijk waren er meer mensen die daar zo
over dachten want het zit goed vol en gaandeweg de avond komen er steeds meer
mensen bij.
De vriendin van een Raafje doet haar verhaal. Ze verteld hoe ze vroeger een
stoere jongen was geweest, omdat ze zich een houding probeerde aan te meten maar
dat ze zich eigenlijk nooit lekker voelde in die rol, er klopte iets niet. Hoe
ze via Kelly op televisie ontdekte wat er niet klopte, ze zat in een verkeerd
lichaam. Daarna volgde een slopend proces van naar winkels toe gaan om meisjes
kleren te kopen maar toch met lege handen weer terug te gaan. Tot ze
uiteindelijk een keer wel durft en meteen voor 200 euro aan make-up koopt en
bovendien ook nog aan het winkelmeisje verteld dat het voor zichzelf is. Het
meisje reageert, gelukkig, goed en er volgen meer aankopen. Stiekem in zijn
kamer verkleedde hij zich tot wat hij nu is, een meisje. Maar het kon natuurlijk
niet eeuwig stiekem door gaan. Dus werd het verteld aan moeder en zusjes die
gelukkig ook open minded reageerden. Hierdoor gesteund kon hij naar de juiste
instanties bellen en begon er een proces van psychelogische tests, een jaar lang
als meisje leven en uiteindelijk de operatie. Zo komt het dat we nu luisteren
naar een prachtige, stoere vrouw! Er is lef voor nodig om zo openhartig voor een
groep te spreken. Veel dingen die ze verteld klinken herkenbaar omdat ze
overeenkomen met een “gewone” coming out. Maar als je homo, lesbisch of bi bent
houd het op na die coming out. Hier begint het dan pas echt.
Ze vertelde hoe ze als man al in de kinderopvang had gewerkt en hoe moeilijk
ze het vond om als vrouw weer terug te keren. Zeker als invalkracht. Iets waar
ik me heel goed iets bij kan voorstellen. Het is sowieso al lastig hoe
collega’s, kinderen en ouders op je reageren als je invalkracht bent, laat staan
als er iets anders dan anders aan je is. Maar ze zet de stap en het blijkt mee
te vallen, inmiddels heeft ze een leuke baan op een BSO. Mijn netwerkantennes
reageren meteen.
“Wat leuk dat je op een BSO, werkt, dat wist ik helemaal niet”. Begroet ik
haar dus in de pauze. Ze verstaat me verkeerd en zegt “Ja natuurlijk kan dat”.
Iets dat mij overduidelijk lijkt, je veranderd van geslacht, je bent niet ineens
gehandicapt, het lijkt me dat je alles wat je daarvoor ook kon, en dat niet
geslacht specifiek is nog steeds kunt. “uhhu, roep ik, maar ik wist het niet, ik
vind het leuk”. Verbaasd kijkt ze me aan. “Maar Laura, we hebben samengewerkt,
weet je dat niet meer”. Ik graaf in mijn geheugen, maar ik ken niemand die me
aan dit meisje doet denken. Dan noemt ze me haar oude naam en vallen
puzzelstukjes op zijn plaats. Het was een stagiair geweest op een andere
vestiging, die wegens persoonlijke problemen was vertrokken. Niemand had ooit
naar de aard van die problemen gevraagd, dat had ongepast geleken. Even voel ik
me zo stom. Al een jaar lang moet ze gedacht hebben dat ik wist wie ze was, en
al die tijd wist ik van niets. Nu ik terug reken moet het wel heel vlak na de
operatie geweest zijn dat ik haar leerde kennen. Wat moet dat moeilijk voor haar
geweest zijn. En wat ben ik onopmerkzaam geweest. Dan weten vrienden
relativerende dingen te zeggen. Ze ziet het vast als een compliment, dat jij
haar niet herkende moet wel zeggen dat de operatie goed gelukt is. Laten we dat
dan maar hopen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten